De positie van uitzendwerknemers

WAT?

In dit onderzoek wordt de vraag beantwoord wat de invloed is van het huidige wettelijke kader dat is ontwikkeld vanaf 1998 op de positie van de uitzendwerknemer. De positie van uitzendwerknemers is sinds 1998 door het wettelijk kader in formele zin versterkt, zowel in eerste instantie door invoering van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) en de Wet flexibiliteit en zekerheid (Wfz), als later door aanscherping van de Waadi en invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz). In de praktijk is de baanzekerheid afgenomen, onder andere door een gemiddeld langer verblijf in de uitzendrelatie, en de werk- en inkomenszekerheid toegenomen door gemiddeld meer uitzenduren per uitzendwerknemer en een grotere doorstroom naar ander werk. Ook de meer gelijke arbeidsvoorwaarden met niet-uitzendwerknemers (o.a. via het loonverhoudingsvoorschrift en scholing) heeft in de praktijk voor een sterkere positie van uitzendwerknemers geleid, al staat die positie wel onder druk door een toename van alternatieve arbeidsvormen die niet onder de Waadi vallen.

ONZE ROL?

Het onderzoek bestond uit interviews met betrokken partijen, analyse van registratiegegevens (CBS), een enquête onder bijna 1.500 uitzendkrachten en werknemers, aanvullende telefonische interviews met uitzendkrachten, deskresearch en een jurisprudentieonderzoek. Voor het onderzoek werkten de Beleidsonderzoekers samen met SEO Economisch Onderzoek en de Universiteit van Amsterdam. Het rapport is hier te downloaden.

VOOR WIE?

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.