Inzet en effecten van Wajongdienstverlening door UWV
UWV biedt Wajongers met arbeidsvermogen re-integratiedienstverlening om de arbeidsparticipatie van deze groep te bevorderen. Deze dienstverlening bestaat in hoofdlijnen uit (monitor)gesprekken en de inzet van diverse (re-integratie)trajecten of scholing. De Beleidsonderzoekers bracht de beschikbare kennis over de effectiviteit van deze dienstverlening bijeen in een syntheserapport.
UWV biedt Wajongers met arbeidsvermogen re-integratiedienstverlening om de arbeidsparticipatie van deze groep te bevorderen. Deze dienstverlening bestaat in hoofdlijnen uit (monitor)gesprekken en de inzet van diverse (re-integratie)trajecten of scholing. De Beleidsonderzoekers bracht de beschikbare kennis over de effectiviteit van deze dienstverlening bijeen in een syntheserapport.
In 2018 is UWV gestart met het nieuwe dienstverleningsmodel Wajong. Het dienstverleningsmodel Wajong zoals dit vanaf 2018 geldt, is te zien als een continuering van het dienstverleningsmodel Wajong 2010 waarbij de inzet is verruimd naar de totale Wajong populatie met arbeidsvermogen. Centraal in dit model staat dat UWV álle Wajongers met arbeidsvermogen actueel in beeld heeft en houdt. Daarnaast is er meer aandacht voor het aan het werk houden van de Wajongers. Een laatste verschil is dat minder wordt ingezet op het zelf bieden van dienstverlening, maar dat meer gebruik wordt gemaakt van dienstverlening die door re-integratiebedrijven wordt geboden.
De doelgroep van deze dienstverlening – de Wajongers met arbeidsvermogen – is een omvangrijke doelgroep (van circa 107.300 personen in 2022). De doelgroep is divers in geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en type beperking. Naast de diversiteit in achtergrondkenmerken, is de doelgroep ook divers in de mate van (arbeids)participatie en stappen die door hen gezet moeten worden om arbeidsparticipatie mogelijk te maken. Sinds de invoering van de Participatiewet in 2015 is er geen sprake meer van nieuwe instroom in de Wajong van jonggehandicapten met arbeidsvermogen. Dit betekent dat de doelgroep in de loop der jaren geleidelijk in omvang afneemt en dat de gemiddelde leeftijd van de doelgroep stijgt.
In het syntheserapport worden de inzichten uit het onderzoeksproject Effectevaluatie Wajongdienstverlening (en overige relevante bronnen over deze dienstverlening) in samenhang beschreven. De synthese heeft betrekking op de Wajongdienstverlening van UWV, bestaande uit ondersteuning van Wajongers gericht op re-integratie. Activiteiten van UWV gericht op werkgevers (met het oogmerk het in dienst nemen van cliënten uit de Wajong doelgroep) valt buiten de scope van deze synthese.
De synthesestudie geeft een overzicht van de beschikbare kennis over de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze Wajongdienstverlening. De synthese is uitgevoerd als een lerende evaluatie: door terug te kijken naar wat er in de afgelopen jaren is gerealiseerd, maar ook te beschrijven welke verbeterpunten uit de uitgevoerde onderzoeken naar voren komen en welke aanvullende informatie in de toekomst gewenst is.
Een belangrijke overkoepelende constatering bij het beoordelen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Wajongdienstverlening is dat er geen goed zicht is op de effectiviteit van de dienstverlening. Het is waarschijnlijk ook niet mogelijk dit zicht door onderzoek te verkrijgen. Er zijn twee belangrijke knelpunten die maken dat er geen oordeel over de doeltreffendheid te geven is:
- Netto-effectiviteit is niet vast te stellen
Het hoofddoel van de Wajongdienstverlening is het vergroten van de arbeidsparticipatie van Wajongers. De ‘Haalbaarheidsanalyse Effectmeting Wajong dienstverlening UWV’ (SEO, 2020) heeft laten zien dat de netto-effectiviteit van de Wajongdienstverlening op arbeidsparticipatie niet is vast te stellen. Dit komt met name omdat er geen mogelijkheid is om de groep die Wajongdienstverlening ontvangt te vergelijken met een groep die deze dienstverlening niet ontvangt. Het is vanuit ethisch oogpunt ook niet wenselijk om een deel van de doelgroep dienstverlening te onthouden ten behoeve van het opzetten van een experiment. - Veel factoren zijn van invloed op arbeidsparticipatie
De onderzoeken die zijn uitgevoerd in het kader van de effectevaluatie van de Wajongdienstverlening waren gericht op de werkzaamheden van UWV in de vorm van dienstverlening (en door UWV ingekochte trajecten) voor de doelgroep Wajong. Het succes van deze dienstverlening is echter niet alleen afhankelijk van de mate waarin de klant werkfit is geraakt door de dienstverlening van UWV. De uiteindelijk arbeidsparticipatie wordt ook bepaald door de kansen die de doelgroep krijgt op de arbeidsmarkt en dus door de mate waarin werkgevers bereid zijn deze doelgroep in dienst te nemen. Daarmee is de arbeidsparticipatie van Wajongers misschien niet de beste indicator om aan af te meten of de Wajongdienstverlening van UWV succesvol is.
Alhoewel harde uitspraken over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de dienstverlening dus niet mogelijk zijn, kunnen wel waardevolle conclusies worden getrokken over de ontwikkelingen in de (ervaren) kwaliteit van de uitvoering en over de (bruto-)ontwikkeling van arbeidsparticipatie van doelgroep:
- Er is een positieve ontwikkeling in de (ervaren) kwaliteit van de uitvoering
De beschikbare informatie over de uitvoering, gebaseerd op kwantitatieve gegevens over inzet van de dienstverlening, klantonderzoeken en ervaringen van UWV professionals, laat een positieve ontwikkeling zien in de uitvoering van de Wajongdienstverlening. De belangrijkste aspecten hiervan zijn:- Een toenemend bereik van de doelgroep met de dienstverlening.
- Een uitbreiding van het beschikbare instrumentarium voor de doelgroep.
- Een positieve waardering van UWV-professionals van het beschikbare instrumentarium en hun inschatting dat de instrumenten voor het merendeel van de Wajongers bijdragen aan het benutten van hun mogelijkheden voor arbeidsparticipatie.
- Een positieve ontwikkeling in de waardering van Wajongers voor de dienstverlening van UWV.
- De arbeidsparticipatie van Wajongers is stabiel
De arbeidsparticipatie is in de afgelopen jaren – afgezien van een tijdelijke daling door corona – vrij stabiel gebleven. Alhoewel er dus geen sprake is van een toename van de arbeidsparticipatie van Wajongers, kunnen we deze ontwikkeling – gezien de sluiting van de sociale werkvoorziening en het toenemend aandeel Wajongers dat werkzaam is bij een reguliere werkgever – als een positieve ontwikkeling zien, waar de dienstverlening van UWV mogelijk aan heeft bijgedragen.
Al met al is het beeld uit de synthese dat de Wajongdienstverlening van UWV in de afgelopen jaren ondersteunend is geweest voor de arbeidsparticipatie van Wajongers en dat de dienstverlening zich op positieve wijze heeft ontwikkeld door meer contact met de Wajongers en uitbreiding van het instrumentarium. Dit beeld wordt ondersteund door een toenemende waardering van Wajongers voor de dienstverlening.
Tegelijkertijd blijkt uit de beschikbare onderzoeken dat de weg naar arbeidsparticipatie voor Wajongers niet eenvoudig is, wat niet vreemd is gezien de (vaak blijvende) beperkingen van deze doelgroep op de arbeidsmarkt en de afhankelijkheid van reguliere werkgevers voor geschikte banen. Er worden stappen vooruit gezet richting arbeidsparticipatie, maar regelmatig is er ook sprake van terugval en stagnatie. Wajongers krijgen bovendien vaak te maken met baanverlies en wisselingen tussen banen. Investering in (het verbeteren van) de begeleiding van Wajongers is en blijft daarmee wenselijk. Zoals hiervoor genoemd is, wordt de uiteindelijke arbeidsparticipatie ook bepaald door de kansen die de doelgroep krijgt op de arbeidsmarkt.
Sonja van der Kemp
E: sonja@beleidsonderzoekers.nl
T: 06 11 41 95 16
LI: Sonja



