Een toekomstbestendige arbeidsmarktinfrastructuur?

Tot 1991 wist je als werkgever en werkzoekende precies waar je moest zijn voor informatie, bemiddeling, scholing, studiekeuzeadvies en beroepskeuzevoorlichting, namelijk bij het arbeidsbureau. De arbeidsmarktinfrastructuur is sindsdien drastisch in beweging gekomen. Er is een proces van decentralisatie ingezet, de bestuurlijke verantwoordelijkheid van sociale partners is afgebouwd en er is structureel bezuinigd op de publieke arbeidsvoorziening. De rol van het internet bij de matching is steeds dominanter geworden. In deze periode is de positie van de publieke arbeidsvoorziening als intermediair op de arbeidsmarkt geminimaliseerd ten faveure van uitzendbureaus. De vraag is in hoeverre de situatie nu is verbeterd voor werkgevers en werkzoekenden en in hoeverre de arbeidsmarktinfrastructuur toekomstbestendig is.

In opdracht van het A+O Fonds Metalektro hebben wij ons verdiept in dit vraagstuk. Velen van u zijn bereid geweest om met ons mee te denken. Vertegenwoordigers van belangrijke arbeidsmarktpartijen zoals het ministerie van SZW, het ministerie van OCW, UWV, VNG, Divosa, de Programmaraad, VNO-NCW, FNV, LTO, ABU, ARTRA en wetenschappers hebben hun visie gegeven tijdens een aantal expertsessies. Het resultaat hiervan kunt u  hier downloaden.

De hoofdconclusie is dat de huidige arbeidsmarktinfrastructuur onvoldoende toekomstbestendig is. Er is geen samenhangende infrastructuur gericht op een leven lang leren. Een beweging is nodig van een versnipperde probleemgeoriënteerde structuur naar een meer integrale structuur. Verschillende kritische punten zijn naar voren gekomen. Met name afstemming op het raakvlak van sociale zaken, onderwijs en economische zaken vormt op alle niveaus een uitdaging. Geconstateerd is dat voor bepaalde groepen in de samenleving nog relatief weinig aandacht bestaat vanuit de overheid, zoals voor werklozen (heroriëntatie en scholing) en werknemers die dreigen vast te lopen in hun werk (heroriëntatie en bemiddeling). De responsiviteit van het beroepsonderwijs is verre van optimaal, mede gezien de toenemende dynamiek van de opleiding- en scholingsvraag. Samenwerking wordt door partijen veelal beschouwd als panacee. Echter, door een toename van het aantal partijen dat zich bezighoudt met een bepaald beleidsvraagstuk raakt het systeem verstopt, waardoor de afstand van de uitvoering tot de doelgroep steeds groter wordt (beleidsinvolutie). Dit vraagt niet per sé om minder samenwerking, maar wel om meer duidelijkheid over verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

Bij alle betrokken arbeidsmarktpartijen bestaat een duidelijke wil om een grotere bijdrage te leveren aan een betere werking van de arbeidsmarktinfrastructuur. Over het algemeen wil men meer dan men nu doet of kan. In die zin is het perspectief positief. De uitdaging is te komen tot een ‘grand design’ in de uitvoering gericht op het totale bedrijfsleven en de totale beroepsbevolking gedurende de gehele levensloop.

Peter Donker van Heel

E: peter@beleidsonderzoekers.nl
T: 06 26 50 86 20
LI: Peter