Welke financiële knelpunten zijn er bij de overgang van dagbesteding naar werk, en hoe los je die op?
Momenteel werken er veel mensen op een (arbeidsmatige) dagbestedingsplek die eigenlijk klaar zijn voor de stap naar werk, of die naar verwachting in de nabije toekomst hun dagbestedingsplek gaan ontgroeien. Maar die stap naar betaald werk is minder makkelijk te zetten dan je zou denken. Er spelen allerlei belemmeringen, waaronder financiële belemmeringen, om de stap te zetten. De Beleidsonderzoekers deden samen met Berenschot onderzoek naar deze financiële belemmeringen en welke oplossingsmogelijkheden er zijn.
De stap van dagbesteding naar werk kent veel knelpunten, omdat dit vanuit wet- en regelgeving bezien een stap van het zorgdomein naar het werkdomein is. Vanuit het programma Simpel Switchen is er veel aandacht voor het vergemakkelijken van de stap van dagbesteding naar werk. Het ministerie van SZW en Divosa vroegen ons om in het bijzonder de financiële knelpunten in beeld te brengen.
Financiële knelpunten
Financiële knelpunten kunnen alle betrokkenen tegenhouden om de stap van dagbesteding naar werk te zetten.
- Er zijn veel belemmeringen voor deelnemers, omdat hun inkomen erg verandert als zij een salaris gaan verdienen. Ze verliezen daarmee het stukje zekerheid dat een volledige uitkering wel kan bieden. Soms schrikken de verschillende bronnen van inkomen – en de administratieve verplichtingen die daarbij komen kijken – hen af. En soms gaat hun netto inkomen er zelfs op achteruit. Gaan werken kent vele voordelen, maar is het voor deelnemers niet altijd de moeite waard.
- Voor gemeenten spelen er ook enkele belemmeringen. Als deelnemers bijvoorbeeld beschut gaan werken (en dat is veelal het geval), dan heeft de gemeente een verantwoordelijkheid om die beschutte werkplek te realiseren. Gemeenten zien niet altijd de financiële ruimte om dat te doen. In algemene zin hebben of ervaren gemeenten soms niet de financiële ruimte om het benodigde instrumentarium (zoals loonkostensubsidie of jobcoaching) in te zetten dat deelnemers nodig hebben om door te groeien vanuit dagbesteding.
- Ten slotte zijn er nog de aanbieders van dagbesteding die ook financiële redenen kunnen hebben om uitstroom tegen te houden. Bij de financieringsvorm van aanbieders waar gemeenten nu vaak gebruik van maken, het p maal q-model, verliezen aanbieders namelijk inkomsten wanneer iemand uitstroomt. Bovendien is het met p maal q-financiering voor aanbieders erg lastig om extra begeleiding te bieden aan deelnemers die met een laatste duwtje misschien door kunnen stromen, het model gaat namelijk uit van gelijke begeleiding aan iedere deelnemer.
- Ook is er soms discussie over wie er financieel moet opdraaien voor doorstromers: Is dat de Wmo of een aanbieder van dagbesteding, zolang een deelnemer nog op een dagbestedingsplek zit? Of is dat Werk en Inkomen, omdat een deelnemer mogelijk gaat doorstromen naar werk? Beleidsmedewerkers lukt het niet altijd om op deze vraag een sluitend antwoord te vinden.
Oplossingen
Het kan ook anders, zien we in dit onderzoek. We deden vijf casusonderzoeken in gemeenten waar doorstroom wél mogelijk is en op regelmatige basis plaatsvindt. Dat zijn Amsterdam, Haarlem, de regio Rijk van Nijmegen, Apeldoorn en de regio Woerden, Montfoort en Oudewater. In elk van deze gemeenten is een (combinatie van) oplossing(en) voor de financiële knelpunten gevonden, zoals een dedicated professional (vanuit de aanbieder óf vanuit de gemeente), voortrajecten voor deelnemers, lumpsumfinanciering aan de aanbieder en ontwikkelingsgerichte inkoopafspraken. Het is ook belangrijk dat de gemeente zich committeert aan een structurele aanpak voor doorstroom, zodat doorstroom niet afhankelijk is van ‘de juiste poppetjes op de juiste plaats’.
We zien dat financiële knelpunten voor deelnemers het lastigst op te lossen zijn. Hierop hebben aanbieders noch gemeenten veel invloed, ze kunnen deelnemers alleen maar helpen bij het regelen van hun administratie. Ook de casusgemeenten doen hun best, maar ook zij kunnen inkomensonzekerheid bij doorstromers niet voorkómen. Om Simpel Switchen van dagbesteding naar werk mogelijk én waardevol te maken, is verandering van wet- en regelgeving nodig.