Seksuele intimidatie op de werkvloer

Seksuele intimidatie op de werkvloer komt vaak voor, in de afgelopen 10 jaar heeft 16% van de Nederlandse werknemers hiermee te maken gehad. Het melden van ongewenst gedrag kan helpen, maar melden gebeurt nog weinig. Werkgevers hebben moeite met een goede klachtenafhandeling.

Het College voor de Rechten van de Mens heeft onderzoek laten uitvoeren naar meldingen en klachten over seksuele intimidatie op de werkvloer. De Beleidsonderzoekers onderzochten hoe het is gesteld met de meldings- en klachtbereidheid van werknemers, het verloop van de afhandeling van meldingen en klachten en ervaringen van zowel werkgevers als werknemers daarmee. Seksuele intimidatie is bij wet verboden: het betekent voor slachtoffers de aantasting van hun lichamelijke integriteit en hun recht op veiligheid. Specifiek in een werkomgeving valt seksuele intimidatie onder psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn verplicht om seksuele intimidatie te voorkomen, en als het toch voorkomt, hier passend beleid op te voeren. Werknemers kunnen, als zij te maken krijgen met seksuele intimidatie, daarvan melding maken of een klacht indienen.

Het onderzoek bestond uit een online enquête onder werknemers, een telefonische enquête onder werkgevers en verdiepende interviews met werknemers en werkgevers die te maken hebben gehad met seksuele intimidatie. Uit de enquête blijkt dat de meeste slachtoffers geen melding maken van hun ervaring, 37% doet dat wel.

Een meerderheid van de slachtoffers die melding heeft gemaakt, geeft aan dat de melding het gewenste resultaat heeft gehad. Melden lucht op, de dader is aangesproken op het gedrag, en slachtoffers waarderen het ook dat het onderwerp is aangekaart binnen de organisatie of dat zij informatie hebben gekregen over de juiste vervolgstappen. Maar er zijn ook knelpunten: daders die niet aangesproken worden, intimidatie die niet stopt of die van aard verandert. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat seksuele intimidatie stopt maar andere pesterijen volgen. Ook zijn er melders die vervelende consequenties ervaren na hun melding.

Slachtoffers die niet melden denken vaak dat de situatie niet ernstig genoeg is. In de interviews met slachtoffers komt naar voren dat ze zich afvragen wat seksuele intimidatie precies is. Zoals een slachtoffer het omschrijft: “Je voelt wel dat een soort onzichtbare grens is overschreden.” Maar toch blijft de vraag: wanneer is sprake van leuk collegiaal contact met een grapje en wanneer wordt die onzichtbare grens overschreden? Bij werkgevers spelen soortgelijke vragen. Werkgevers vermoeden weliswaar dat er meer speelt dan ze zien of horen maar zij vinden het lastig om de problemen boven tafel te krijgen. Ook bij de klachtafhandeling ervaren zij knelpunten. Zo vinden sommige werkgevers het moeilijk om gesprekken met de betrokkenen te voeren, rekening te houden met alle belangen en tegelijkertijd te zorgen dat het gesprek indruk maakt op de dader. Een ander probleem dat werkgevers signaleren is dat ze vaak pas laat op de hoogte raken van seksuele intimidatie op de werkvloer – en dan is het moeilijker om nog tot een oplossing te komen.

Mirjam Engelen

Mirjam Engelen

E: mirjam@beleidsonderzoekers.nl
T: 06 26 50 86 03
Li: Mirjam